Als glasblazer maak je voorwerpen van glas door lucht in de kern van vloeibaar glas te blazen. Dit doe je door met een blaaspijp een klomp gloeiend en deels vloeibaar glas uit een glasoven te halen en al draaiende met de pijp de gloeiend hete glasklomp tot een vorm te blazen. Dit kan direct het uiteindelijke product zijn (bijvoorbeeld een vaas) maar het kan ook een tijdelijke vorm zijn die in een volgende fase middels andere hulpmiddelen zoals mallen de uiteindelijke vorm krijgt. Je bewerkt het glaswerk na het afkoelen verder tot een mooi en afgewerkt eindproduct. Er zijn allerlei soorten glasblazers zoals de flessenblazer, ballonblazer, bekerblazer, carreur, kelkenblazer en souffleur. Maar je kunt je ook specialiseren als glasinstrumentmaker en speciale laboratoriumglaswerken die te kostbaar of te moeilijk zijn om fabrieksmatig te maken.
Je werkt als glasblazer in een atelier en vaak als zelfstandige.
De taken van een glasblazer zijn onder andere:
-
Oven op temperatuur brengen
-
Glasblazen
-
Snijden, slijpen, polijsten
-
Persoonlijk beschermingsmateriaal gebruiken
-
Materialen inkopen
-
Apparatuur en gereedschappen onderhouden